Huis te Vraag als wereld

Leven, wonen en werken. Dood en begraven

26,50

Auteur Leon van der Heijden
ISBN 9789078381136
Aantal pagina's 336
Illustraties Tekeningen

“Het gedruis van de stad valt weg en het wordt stil. Het door bomen overhuifde laantje loopt langzaam op en is tamelijk schemerig. Aan het eind is een witte lucht die wordt gedomineerd door een drietoppige ceder. Dat doet aan Italië denken, aan Griekenland of een ander ergens in den vreemde, maar op die hoogte aan gekomen, opent zich plotseling het Hollandse landschap. Het is een miniatuurlandschap, maar compleet met al die kenmerken van het landschap dat men zich herinnert uit de jeugd, het landschap dat met denkt altijd gezien te hebben, in werkelijk of in een droom; een weiland omgeven door wilgen, een brede sloot met kikkers en stille reigers aan de kant. Dit is het landschap waarvan men dacht dat het niet meer bestond, dat men vergeten was, verloren waande of lang geleden de rug had toegekeerd. ‘Dat het nog bestaat’, roept men uit en is dikwijls tot tranen toe bewogen. Maar voor sommige komt dit Uitzicht zo plotseling en onvermoed, dat zij schrikken en zich afwenden. Op deze plek aan de Schinkel stand in de 15e eeuw een herberg annex veerhuis, die Te Vraghe heette, wat ‘om te vragen’ betekende, wij zouden zeggen ‘inlichtingen’. Hier vroeg men de weg naar Amsterdam dat toen nog ver weg was. Tegenwoordig ligt Huis te Vraag midden in de stad, het is een besloten begraafplaats, een verborgen paradijs en een bezinningsoord. Nu vraagt men niet meer naar de stad, maar naar de levensweg, ‘hoe zullen wij leven, nu de dingen niet meer bij het oude zijn?’ In dit boek gaat het om het dagelijks leven waarin het recept van hoe spruitkoop te maken even belangrijk is als de vraag naar het bestaan van God, en waarin het dagelijks brood en de boerenkool in de sneeuw weer net zo belangrijk zijn als de schilderijen in het atelier. Was deze begraafplaats ergens anders in het land, dan was zij niet dezelfde. Het is een wezenlijke eigenschap van Huis te Vraag dat zij in Amsterdam ligt, aan de Zuid-as, de slagader van het zakenleven. “Nergens is iets van de stad te zien, maar de stad is steeds voelbaar en hoorbaar nabij. Het is een gedruis, dat het midden houdt tussen een staalfabriek en een verre branding. Af en toe hoor je een sirene of een vliegtuig dalend voor Schiphol. Alles is hier illusoir, ook dit pastorale beeld, deze vredige aanblik. Je hoeft maar enkele wilgen weg te zagen uit die omzoming en de betovering is verbroken. Daar achter die wilgen en populieren begint weer de alledaagse wereld van snelwegen, ondergrondse en bovengrondse kruisingen, Metro – en Schipholspoorlijn, kantoorgebouwen en industrieterreinen,”

Trefwoorden begraafplaats, cultureel erfgoed, geschiedenis, landschap